We zijn onderweg naar de spoedeisende hulp (SEH). Er is een patiënt, meneer H, onderweg die thuis is flauwgevallen en niet meer bij kwam. Zijn zoon hoorde de val en is meteen begonnen met reanimeren. De ambulance is al snel ingeschakeld, het is alles op alles om het hart van meneer H weer op gang te krijgen.
Op de SEH ontvangen wij (IC, CCU en neuroloog) de volledige overdracht van de SEH-arts. Meneer H is niet bij bewustzijn, wél is zijn hart reeds op gang gekomen en lijkt hij geen ademhalingsproblemen te hebben. De reden van zijn flauwvallen lijkt te berusten op een ritmestoornis. Waar het hart vier compartimenten heeft horen de bovenste twee gewoonlijk met de onderste twee te communiceren via een middelpunt genaamd de atrioventriculaire-knoop (AV-knoop). In het geval van meneer H is de AV-knoop volledig disfunctioneel, officieel heet dit een derdegraads AV-blok.
Meneer H komt aan op de SEH. Hij heeft zijn ogen open en staart recht voor zich uit (tegen het plafond aan). Hij heeft een zuurstofmasker op zijn gezicht. Dit beeld is ons bekend als IC. We besluiten spullen klaar te maken voor een intubatie, we zijn bang dat meneer H plotseling kan stoppen met ademen gezien hij niet ‘echt aanwezig’ is. De SEH is extra infusen aan het plaatsen, neemt bloed af en maakt een hartfilmpje. De CCU sluit de patiënt aan op hun monitor (defibrillator) en staat paraat om in te grijpen. Om er zeker van te zijn dat er niet wat anders speelt wordt nog een CT-scan gemaakt. Zoals verwacht lijkt er niets anders te spelen in het lichaam van meneer H, we vertrekken richting de IC.
Op de IC wordt gestart met het post-reanimatie protocol (de routine interventies die worden uitgevoerd bij mensen die een hartstilstand hebben overleefd). Onderdeel hiervan is het lichaam op middel-laag temperatuur houden, met als doel het energieverbruik van het lichaam te minimaliseren. Omdat dit onaangenaam kan zijn wordt de patiënt ook kunstmatig in slaap gehouden (comateus). De familie van meneer H is aanwezig. Ze uiten hun dankbaarheid voor alles wat er gedaan wordt en verwoorden in de heftige omstandigheden nog hun kracht: “Hij moet hier goed uit komen, het is goed, of het is niet. Alles er tussenin zal hij ons nooit voor vergeven, hij mag absoluut niet naar een verpleeghuis ofzo.”