Ik word wakker. Na drie vroege diensten is het fijn vandaag rustig de dag aan te kunnen vangen zonder een vroege wekker. Het is tweede kerstdag en na wat huishoudelijke klusjes en een gezellige familie lunch tref ik mijn collega’s die eveneens avonddienst hebben.
De patienten worden verdeelt en op de kamer van mijn patiënt lees ik alle benodigde informatie vanuit de digitale patiëntenstatus. Het is al dagen bedrijvig op onze IC, naast gangbare IC zorg zijn de eerste ernstige griep gevallen inmiddels een feit. Nog vóór ik start met mijn controle ronde gaat het reanimatie sein. Er is een reanimatie in aantocht naar de spoedeisende hulp. Kort draag ik mijn patiënt over zodat deze kan worden waargenomen. Samen met de arts assistent en intensivist gaan we richting de traumakamer. De arts van de spoedeisende hulp houdt een korte briefing, het blijkt te gaan om een jonge man van nog geen 50 jaar oud, die zich niet lekker voelde en even later levenloos door zijn vrouw is aangetroffen.
Ik controleer mijn benodigdheden en leg een aantal zaken op voorhand klaar. Een minuut later gaat de ambulancesluis open en drie ambulance verpleegkundigen komen al reanimerend binnen. Tijdens de overdracht geeft een van hen ons informatie hoelang de reanimatie loopt, welke medicatie is toegediend, verdere medische bijzonderheden en dat familie onderweg is naar het ziekenhuis. We tillen de heer over op de behandeltafel en nemen de reanimatie over. Samen met de intensivist brengen we een beademingsbuisje in en onderwijl wordt de heer continu gereanimeerd door een speciaal apparaat. Extra infusen worden geprikt, bloed afgenomen en de cardioloog maakt een echo van het hart. Het hart ziet er niet goed uit. Naast beademen maak ik zijn gezicht schoon en creëer wat ruimte bij het hoofdeinde. De vrouw van de man komt binnen en wordt geïnformeerd door de arts. Er wordt verteld dat de situatie van haar man zeer kritiek is. Na enige aanmoediging van mijn kant durft ze haar man aan te raken. Ondertussen wordt de reanimatie voortgezet, het lijkt grotendeels langs haar heen te gaan. Terwijl ik aan het hoofdeinde mijn werkzaamheden verricht, praat mevrouw tegen haar man en aait over zijn gezicht. Ik voel me een indringer in haar misschien wel laatste gesprek met haar man.
Uiteindelijk na een lange reanimatie procedure wordt haar verteld dat we genoodzaakt zijn te stoppen met de reanimatie, het hart komt ondanks alle inspanningen niet op gang.
Ik zie -en voel bijna- haar verdriet. Alle apparaten worden uitgezet en het wordt stil. Doodstil.
Uit respect doe ik een stap naar achteren. De tranen lopen over de vrouw haar wangen, ze streelt haar man en vol passie en genegenheid zegt ze: “Lieverd, bedankt voor alles.”
Achter mijn bril voel ik tranen op komen en denk aan hoe voortaan kerst voor deze vrouw zal zijn. Herinneringen, pijn, verdriet maar bovenal gemis. Ik slik een paar keer en bedwing mijn tranen.
Eenmaal terug op de IC vertel ik over de langdurige reanimatie, de inzet van iedereen en de vrouw die vol met liefde en waardering mooie woorden sprak. Plots trilt mijn stem en ben ik wederom geraakt door de situatie..
Professional zijn is ook gewoon mens blijven. Gelukkig maar.