“De dood van een man is een tragedie. De dood van miljoenen mannen, is een statistiek” -Stalin. Opeens zijn in Turkije en Syrië tienduizenden mensen gestorven door een natuurramp. Een vreselijke gebeurtenis. Als je visualiseert hoe het zou zijn als het jou zou overkomen (je bed die begint te schudden als een kermisattractie, de muren die barsten beginnen te vertonen, het gegil van je gezin), is het moeilijk om kalm te blijven.
Drie dagen na de aardbeving gaat Mark (54 jaar) bij ons overlijden. Hij ligt inmiddels 32 dagen opgenomen op de Intensive Care (IC) en ten gevolge van een infectie zijn al zijn organen langzaam aan het afsterven (of afgestorven). Alle pogingen om dit te voorkomen waren helaas onsuccesvol. Alle aandacht is nu alleen nog maar gericht op zijn familie om hen een zo goed mogelijke afscheid te bieden van Mark.
Zijn vrouw is altijd aardig en meewerkend geweest, vandaag niet meer: “Dit kan niet gebeuren! Jullie bellen maar iemand die wel weet hoe je hem moet redden! Hij mag niet overlijden!” We zijn inmiddels 15 dagen voorbij een ‘second-opinion’ en zeven dagen voorbij een ‘third-opinion’ (lees: er zijn artsen gebeld uit andere ziekenhuizen om langs te komen en mee te denken bij Mark, in de hoop dat we inderdaad iets over het hoofd zien zodat we tijdig konden ingrijpen). Beide artsen konden helaas niets bedenken wat nog mogelijk zou kunnen helpen. Hoewel deze feiten in eerste instantie rust boden (zijn vrouw zag in dat andere ziekenhuizen ook geen opties meer hebben), lijken ze nu weinig meer te bieden.
“Ik kan niet zonder hem!!”, gilt ze. We zijn heftige emoties gewend op een Intensive Care, helaas zijn er geen woorden die deze zware emotionele klap gaan verlichten. Aan onze gezichtsuitdrukkingen kan ze zien dat we met haar meeleven, maar helaas geen helende woorden hebben. “Ik wil niet zonder hem leven..”, begint ze te huilen terwijl ze gaat zitten. Mijn collega die voor Mark zorgt gaat naast haar knielen: “Dat snappen we, helemaal..”, zegt ze. Ik loop weg om medicijnen te maken voor een andere patiënt, de rust lijkt op de box van Mark wedergekeerd. Terwijl ik naar de medicijnkamer loop hoor ik een familielid van een andere patiënt zeggen: “Echt vreselijk, wat daar in Turkije is gebeurd. Ik vind wel dat hier in Nederland ook vreselijke dingen gebeuren.” Ik merk dat ik het pijnlijk vind om te horen. Terwijl de vrouw van Mark de IC op stelten heeft gezet met hoe hard zij heeft gegild om haar man, zijn er tienduizenden mensen in Turkije en Syrië die hetzelfde -als niet erger- is overkomen.
De hoeveelheid mensen dat iets overkomt is voor het gevoel blijkbaar minder belangrijk dan wie iets overkomt.