Opnieuw sla ik de dekens naar achteren en bekijk de vrouw nogmaals volledig. Er is in korte tijd een zwelling in de lies ontstaan. Snel handelen is geboden, collega’s schieten te hulp, een strak verband wordt geplaatst, medicatie gestart en opnieuw extra vocht in het infuus.

Terwijl ik alles in gereedheid breng voor transport vertel ik mv. v. Ast waar we aan denken en dat een spoed CT-scan noodzakelijk is. Aansluitend verteld de arts dat bij een actieve bloeding een spoedoperatie volgt. Mw. v. Ast kijkt bedenkelijk, ze weet niet zeker of ze wel geopereerd wil worden. Het klamme zweet op haar voorhoofd en haar spierwitte gelaatskleur verraden dat het niet goed met haar gaat. Haar man spreekt bemoedigende woorden en dan vertrekken we in allerijl naar de CT-scanner. Aldaar wordt duidelijk dat er inderdaad bij de sheath een actieve bloeding gaande is. De chirurg dringt aan op een operatie, mw. v. Ast wrijft moeizaam over haar voorhoofd. Ze heeft pijn, voelt zich duizelig en weet het niet. Haar denken belemmerd door de lage bloeddruk. De chirurg benadrukt nogmaals het belang van opereren en dat haast geboden is. Ik zie vertwijfeling bij de vrouw en besluit snel haar man en zoon te laten halen. Onderwijl houd ik de vrouw haar klamme hand vast. “Ik ben bang”, zegt ze. Ik probeer de vrouw gerust te stellen. Nog geen minuut later rennen haar man en zoon naar binnen en mw. v. Ast stemt in met een operatie, een kort en emotioneel afscheid volgt. Op moment van rijden vraagt de vrouw aan haar man voor haar te bidden, de tranen biggelen ondertussen over zijn wangen. Hij omhelst haar en drukt een kus op haar bezweten voorhoofd.

Als zorgteam weet je het belang van dierbaren, maar onze vijand -de tijd- dringt. Hoe moeilijk ook kondig ik aan dat we gaan en duw het bed de CT kamer af. Naast het bed loopt haar zoon mee en wrijft liefdevol over zijn moeder’s hoofd. “Mam ga je knokken, mam we houden van je”, roept hij nog voordat de deuren van het OK complex zich sluiten. Ik voel de onderlinge warme band, het raakt ons allen, tranen prikken. We rijden volle vaart de operatie kamer binnen, terwijl het OK team alles voorbereidt blijf ik de hand van de vrouw vasthouden en wrijf de natte haren uit haar gezicht. Ze kermt van de pijn. “Hou vol, u wordt zo in slaap gebracht en dan is de pijn voorbij”, hoor ik mezelf tegen haar  zeggen. De vrouw opent haar ogen en zegt: “Oh oh al die mensen voor mij hier”, ze voelt zich duidelijk bezwaard. “Wij zijn hier allemaal graag voor u, u bent tenslotte ‘de koningin’”, zeg ik quasi grappig. En ondanks mw. v. Ast het slecht maakt verschijnt een glimlach op haar witte gelaat: “Wil je mijn man en kinderen zeggen dat ik zal vechten en dat ik zielsveel van ze hou.” Dat beloof ik haar. Dan valt ze in slaap en mompelt: “Bedankt…”

Ik laat het OK team achter. Terug op de IC ga ik direct naar de familiekamer en maak kennis met haar dochter en jongste zoon welke met spoed zijn gearriveerd. Ik probeer alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden en los mijn belofte in. Ik verzeker hen te informeren zodra ik iets verneem van de OK. Terug in kamer 8 zijn de sporen van een acute setting nog duidelijk zichtbaar, ik ruim de boel aan kant en noteer alle bijzonderheden van deze enerverende avond in het dossier. Een klein uur later komt de anesthesie medewerker met versnelde pas binnen, of ik met spoed een bloedbepaling kan verrichten op onze apparatuur. Terwijl we wachten op de uitslag vraag ik hoe de operatie verloopt. Hij kijkt bedenkelijk: “Het gaat niet goed en de bloeding lijkt moeizaam te stelpen.” Een koud en naar gevoel bekruipt mij, aansluitend loop ik naar familie. Bij binnenkomst is het ijzig stil, mijn gezicht spreekt voor zich en ik spreek dat ook naar hen uit. Iedereen zwijgt, ik wens hen kracht toe en laat ze achter, ook ik weet niets uit te brengen. Bij terugkomst op de afdeling heeft mijn collega ingelogd op de OK monitor, zo volgen we achter de balie de operatie en zijn alle vitale waardes zichtbaar. Met meerdere collega’s kijken we gebiologeerd naar het scherm. Binnen enkele minuten wordt duidelijk dat mw. v. Ast overlijdt. In gedachte zeg ik deze innemende en bijzondere vrouw gedag, een traan ontsnapt. Een collega slaat een arm om mijn schouders en met elkaar staan we uit eerbied stil. Stil bij een leven wat eindigt.

De intensivist meldt dat hij familie zal vertellen dat mw. is overleden, intussen loop ik naar de operatie kamer om mw. v. Ast op te halen. Het OK team is druk doende mw. los te halen van alle apparatuur, de stemming is bedrukt. De chirurg vertelt inhoudelijk over de operatie maar het gaat grotendeels langs mij heen. Ik wrijf de haren van de vrouw uit haar gezicht en denk terug aan onze korte en krachtige ontmoeting. Eenmaal terug in haar kamer was ik de vrouw, de snelle achteruitgang heeft zijn sporen nagelaten. Ik doe alle moeite haar er iets beter uit te laten zien. De arts vertelt hoe het familiegesprek is gegaan en verzoekt mij zodra de zorg is voltooid familie bij mw. te laten. Ik ruim de kamer op, zet iets persoonlijks op het kastje naast mw. v. Ast, plaats een scherm voor de ingang van de kamer en meld collega’s dat ik familie ga halen. Bij binnenkomst in de familie kamer zit haar echtgenoot reddeloos voor zich uit te staren, ik neem naast hem plaats. Wanneer ik hem condoleer omhelst hij mij snikkend: “Oh zuster wat moet ik zonder haar..” Het blijft stil, dan spreekt hij zijn dank uit en geeft een kus op mijn wang. Ik krijg een brok in mijn keel. Zijn oprechte dankbaarheid komt binnen en het is overduidelijk dat ook zij de bijzondere onderlinge connectie hebben opgemerkt. Ik condoleer de andere familie leden en vat kort de heftige avond samen. Dan neemt de oudste zoon het woord: “Wij zijn jou zo dankbaar dat juist jij de laatste uren bij onze lieve moeder was.” Ik haal mijn schouders op: “Het is mijn werk”, zeg ik achteloos.

“Nou”, zegt de zoon: “wij allen vinden het heel uitzonderlijk en we zullen dat nooit vergeten. Bedankt.”

……………………………….

Ik sluit mijn mailbox en besef dat dit typisch zo’n casus is die ook ik niet zal vergeten. Vreemd genoeg kun je in dit beroep, zelfs na een heftige dienst met slechte afloop, toch met goede gevoelens en dankbaarheid terugkijken. Wetend dat je alles hebt gedaan en alles hebt gegeven.

Advertentie