Meneer Anders (74 jaar) ligt nu vier dagen bij ons op de Intensive Care (IC). Hij heeft een forse hersenbloeding gehad waarbij hij naar verwachting gaat overlijden.

Niels (zijn zoon) is elke dag aanwezig geweest sinds zijn vader op de IC ligt. Hij heeft hier ook twee nachten geslapen. Hoewel bezoektijden meestal streng worden aangehouden bieden wij dit aan wanneer wij verwachten dat iemand binnenkort gaat komen te overlijden.

“Is het normaal, dat het zoveel dagen duurt voordat iemand overlijdt?””, vraagt Niels. “Dat ligt helaas aan hetgeen waar zij aan komen te overlijden. Dus soms wel, soms niet is eigenlijk het antwoord op uw vraag.” Niels zijn ogen beginnen te tranen: “Ik voel me schuldig, ik wou dat hij nu gewoon ging. Ik, m’n zusje en m’n moeder zijn allemaal uitgeput.. Ik haat dat ik niet sterk genoeg ben om nu gewoon geduldig te zijn..” Ik poog via m’n gezichtsuitdrukking duidelijk te maken dat ik daar begrip voor heb: “Het is -ook helaas- maar een mening, maar daar hoeft u zich niet schuldig over te voelen. Het is nooit makkelijk om afscheid te nemen, om dat dan ook nog dagenlang te moeten doen maakt het zeker niet makkelijker.”

Niels vraagt of ik een idee heb hoeveel langer dit mogelijk nog gaat duren, ook daar moet ik hem teleurstellen met een vaag en abstract antwoord: “Helaas niet, het kan heel snel gaan maar kan ook nog uren tot misschien wel dagen duren.” Hij recht zijn rug en poogt een glimlach tevoorschijn te toveren: “We gaan volhouden, dat zou hij ook voor ons doen.”

Na 10 jaar zorgverlenen weet ik -helaas- één ding zeker, dat afscheid nemen wordt nooit makkelijker.