James (34) ligt nu vier dagen op de Intensive Care. Hij heeft een hepatorenaal syndroom, lees: zijn lever en nieren doen het niet meer. Vaak gebeurt dit ten gevolge van jarenlang overmatig alcohol gebruik, zo ook bij James.
Het is bezoektijd. Zijn hoogzwangere vrouw zit naast zijn bed en heeft haar hand op die van hem gelegd. Hij wordt kunstmatig in slaap gehouden, zijn lichaam is te ziek om wakker te zijn. Zodoende heeft hij een -absurde- hoeveelheid aan ‘slangetjes’ in én aan hem vast zitten. Dit ziet er altijd heel naar uit voor mensen, zo gedetailleerd ziek zie je mensen niet op Netflix voorbij komen in ziekenhuis series.
“Hoe gaat het met hem?”, vraagt ze terwijl ze moeite heeft om haar tranen te bedwingen. “Hij is voorlopig stabiel slecht.. Ik wou dat ik beter nieuws had, het kan wél ook slechter. Misschien biedt dat iets troost.” Een standaardzin in mijn arsenaal om mensen duidelijk te maken dat de situatie niet goed is, zonder mensen meteen in een emotionele afgrond te duwen richting wanhoop. In ons gesprek wordt duidelijk dat James al jaren lang kampt met een alcohol verslaving. Tijdens hun poging om zwanger te worden was hij er een tijd mee gestopt, dit zou helpen de kans op een zwangerschap te vergroten hadden ze begrepen. Inmiddels maanden verder waren ze zielsgelukkig dat het was gelukt om zwanger te worden, helaas betekende dat ook dat James zijn drijfveer om niet te ‘drinken’ verdwenen was.
“Waardoor is hij uiteindelijk weer gaan drinken? Ik begrijp dat het best goed ging in het begin tijdens het zwanger worden”, vraag ik wat gedurfd. “Het zwanger worden was gelukt, dus hij had zijn aandeel geleverd dachten we..” Ik zie haar twijfelend naar me kijken, ik besluit open kaart te spelen: “Pardon, ik vroeg het omdat het misschien goed zou zijn om ook na de geboorte van jullie kind van verslavingsproblemen af te zijn. Misschien wat hard, nogmaals pardon. Hoop dat ik u niet beledig.” Ze oogt kalm: “Dat is natuurlijk zo.. We durfden denk ik niet zo ver naar de toekomst te kijken. Best dom van ons eigenlijk..”
Ik besef me dat het erg makkelijk is om te praten over ander man’s problemen, maar dat we allemaal onze demonen hebben waar we moeilijk vanaf komen. “Ik heb ook domme dingen die ik doe waar ik moeilijk vanaf kom, ik hoop dat James net zoals ik de tijd krijgt om eraan te werken.”