“Zouden jullie kunnen komen kijken bij een patiënt van ons? Hij zegt dat hij last heeft van z’n nek.” Zo begint het telefoontje van de verpleegkundige op de verpleegafdeling naar de Intensive Care (IC). Licht gepikeerd antwoord ik: “Weet je zeker dat iemand met pijn aan z’n nek een noodsituatie is? Anders maak ik graag eerst m’n avondeten af.”
Ze gaat door: “Hij is vandaag geopereerd aan z’n nek en de arts zei dat ik jullie moest bellen omdat hij niet zeker wist wat hij moest doen.” Geïrriteerd leg ik m’n vork neer, ik poog beleefd te blijven: “Je moet me wat meer uitleg geven.” Ze zegt: “Hij heeft wat last van z’n nek en hij denkt dat hij steeds moeilijker kan ademen.” Meer hoeven we op de IC niet te horen. De spoedkoffer wordt uit de kast getrokken en met een mond vol eten haast ik me samen met de arts naar de verpleegafdeling.
Het gaat om de heer Pieters. Hij is geopereerd aan zijn wervelkolom welke chirurgisch anterior is benaderd (lees: ze hebben de voorkant van z’n nek open gemaakt om de achterkant te kunnen zien). Dit is een veelvoorkomende operatie en een patiëntencategorie waar wij als IC -eigenlijk- nooit mee te maken krijgen, immers zijn het patiënten die zich meestal niet in levensbedreigende situaties bevinden. Bij de heer Pieters heeft zich helaas een complicatie voor gedaan, de chirurgische wond is opnieuw gaan bloeden. Als dit gebeurt kan er een zwelling ontstaan welke druk gaat uitoefenen op onze luchtpijp (lees: met een beetje pech kan je door deze zwelling niet meer ademen omdat er geen lucht meer heen en weer kan naar je longen toe). Hij wordt met hoge spoed meegenomen naar de IC en geïntubeerd; er wordt een buis geplaatst via zijn mond naar zijn longen toe. Dit doen we meestal als mensen zieke longen hebben. Dat had deze meneer niet, in dit geval is de beademingsbuis met spoed geplaatst zodat de zwelling niet de kans kreeg om zijn luchtpijp volledig af te sluiten. Dit moest haastig gebeuren omdat we anders misschien te laat waren -en de beademingsbuis dus ook niet meer door zijn luchtpijp heen zou passen-. In dat geval zou de heer Pieters kunnen stikken en overlijden.
We zijn gelukkig op tijd. De afdelingsverpleegkundige oogt erg geschrokken: “Ik had niet het gevoel dat hij ernstig ziek was, ook zijn vitale functies zagen er prima uit.” Ik knik: “Dat klopt ook, en hij is ook niet ernstig ziek. Het punt is dat zo’n zwelling een heel klein probleem is, maar op de juiste plek in het lichaam kan dat heel snel hele grote gevolgen hebben.”