De vrouw rolt zich zo snel als ze kan onder het bed, beneden hoort ze ongenode gasten haar huis binnen dringen. Het krakende geluid van de trap, de deur van de slaapkamer gaat open, zware voetstappen houden stil vlak naast het bed, haar adem stokt. Angstig legt Rania haar hoofd op Yash zijn schouder, ze durft niet te kijken. De muziek maakt het nog spannender. Rania’s hartslag bonkt in haar keel, voorzichtig gluurt ze naar de TV. Yash probeert haar gerust te stellen: “Schat, het is maar een film hè”. Sinds kort woont het jonge koppel samen in een klein bovenhuis en vanavond is hun wekelijkse filmavond.

De muziek zwelt aan -het ritme grimmig-, de film bereikt duidelijk zijn climax. Een snurkend geluid volgt. Yash ligt met zijn hoofd achterover hellend en doet net of hij slaapt. Rania stoot Yash lachend aan: “Grapjas!”, zegt ze. Hij snurkt onverminderd door. Rania geeft Yash een fikse por in zijn zij en roept lachend: “Yash hou op!” Minuten lang is Rania overtuigd dat Yash haar bang wil maken en dit alles één grote grap is. Pas wanneer Yash het schuim op zijn mond heeft staan slaat ze alarm. Via de 112-meldkamer krijgt Rania instructies. In volkomen paniek rent ze gillend door de kamer, de telefoon zwaaiend in haar hand. Uiteindelijk lukt het de centralist haar te kalmeren, ze krijgt de opdracht beneden de voordeur te openen, terug te gaan en te starten met reanimeren. Ze rent de trap af, gooit de buitendeur open, snelt terug naar boven en trekt Yash van de bank. Levenloos glijdt hij op de grond. Ze moet op zijn borstkas drukken vertelt de centralist haar, maar Rania weet zich geen raad en roept huilend: “Dat kan ik niet!” De centralist blijft rustig, duidelijk ervaring met ‘standje paniek’. Beheerst instrueert de centralist haar en dan drukt Rania met al haar kracht op Yash zijn borstkas, de centralist het ritme bepalend. Dan pakt iemand haar bij de schouder. Opgelucht haalt ze adem, intens blij gewekt te worden uit deze vreselijke nachtmerrie. Niets blijkt minder waar, de professional neemt de reanimatie van haar over. Vanaf dat moment verkeerd Rania in shock en voltrekt alles in een waas aan haar voorbij. Het is ijskoud in huis en het waait flink. Rania zit in elkaar gedoken op de grond, ze wil schuilen op Yash zijn schouder. In gedachte stelt hij haar gerust: “’t Is maar een film schat.”

Het kleine huis gevuld met politieagenten, brandweerlieden en ambulance personeel. De brandweer heeft vakkundig het voorraam verwijdert, zodoende kan Yash horizontaal naar beneden. Al reanimerend wordt Yash het huis uitgetild. Op straat talloze omstanders, iemand begeleid Rania naar buiten. In volledige trance loopt ze mee en stapt met hulp de ambulance in. Sirene en zwaailichten gaan aan, voor ze het weet wordt ze in het ziekenhuis apart gezet. Rania probeert haar gedachten te ordenen, een verpleegkundige helpt haar de ouders van Yash en zijn vier broers over de telefoon te informeren. Binnen korte tijd staat de kamer vol met familieleden. De vier broers spuwen een vragenvuur richting Rania; wat is er gebeurt, hoe kon het zo fout gaan, enzovoort. De houding van de broers is vijandig, hun geagiteerde toon doet Rania duizelen. Ze huilt en hakkelt, niet in staat iets uit te brengen.

Het sein gaat af, er blijkt een reanimatie in aantocht. Ik draag mijn patiënt over en vertrek met de assistent en intensivist naar beneden. Op de acute kamer van de spoedeisende hulp check ik routinematig mijn apparatuur en benodigdheden, kort daarna hoor ik in de verte het ritmische geluid van de ‘Lucas’ (reanimeer apparaat). Het ritme wordt steeds luider naarmate het dichterbij komt.