Om 03.00uur ’s nachts belandt Annet (56 jaar) op de IC. Ze ademt 52 keer per minuut (ter referentie: gemiddeld is dat tussen de 8 en 14 keer per minuut) en heeft daarbij een zuurstofsaturatie van 82% (<90% is zorgwekkend). Het is duidelijk dat er iets aan de hand is met haar longen.

Annet heeft al meer dan 30 jaar roken achter de rug, het effect daarvan op haar longen krijgt ze gedurende deze nacht te verdragen. Ze is ruim en breed bekend bij de longarts, haar longen zijn dusdanig verslechterd dat ze officieel niet meer in aanmerking komt voor intubatie. Vertaald: we kunnen wel een buis in haar keel inbrengen om haar te helpen met ademen, en dat zal dan ook helpen. Alleen is de verwachting dat ze er dan ook nooit meer levend vanaf zal komen gezien haar longen inmiddels te ziek zijn van het roken.

Desondanks haar vermoeid- en benauwdheid is Annet nog wel helemaal helder en wakker. “Ik.. trek dit.. echt.. niet meer.. Kunt u.. mij.. alstublieft.. helpen..” Ze begrijpt dat wij haar -eigenlijk- niet meer kunnen intuberen, we zijn immers simpelweg het onvermijdelijke aan het rekken. “Als wij u in slaap brengen met een buis in uw keel weten we redelijk zeker dat u ook niet meer wakker zult worden”, vertelt de arts. Ze reageert wanhopig: “Redelijk.. dus niet.. helemaal.. zeker.. toch?” Na een decennium zorgverlenen ben ik er inmiddels achter dat in momenten van wanhoop we als mens altijd zullen horen wat we willen horen: “We hebben helaas geen glazenbol, dus nee niet helemaal zeker. Beseft u dat het mogelijk is dat wij uw kans om afscheid te nemen van familie aan het ontnemen zijn als wij u nu in slaap brengen en intuberen?” Ze twijfelt, waarna ze knikt. Familie is inmiddels gehaast onderweg. We hopen dat ze het halen voordat we haar in slaap moeten brengen voor de intubatie. Hoewel we weten dat het -zo goed als- zinloos is om haar te intuberen is het een bijna onmogelijke klus om iemand te vertellen dat ze binnenkort zullen komen te overlijden terwijl je nog iets kunt doen om dat te rekken. De ethische vraag is dan ook: “Moet je in zo een situatie willen rekken?” Helaas hebben we momenteel geen tijd voor een filosofische discussie.

Terwijl ik spullen aan het pakken ben voor de intubatie gaat de deurbel. “Yes!”, hoor ik de dokter roepen. Familie is aanwezig, ze worden snel naar Annet toe gebracht. Ze worden volledig op de hoogte gebracht waarna ze meteen in tranen uitbarsten. Haar kinderen beginnen afscheid te nemen: “Dankjewel voor alles mam.. ik hou van je..”. De familie wordt gevraagd om buiten de box te wachten zodat we kunnen beginnen met de intubatie, er is bijna geen tijd meer over (gebaseerd op haar zuurstofsaturatie). Er heerst veel twijfel omdat het -misschien- goed is om de familie meer tijd te geven om afscheid te nemen. We weten niet of ze nog een kans gaan krijgen namelijk. Anderzijds, hoe langer we wachten hoe slechter haar kansen om de intubatie überhaupt te overleven.

Hoewel ik inmiddels vaker slaapmedicatie heb gegeven dan ik mij kan heugen voelt het in dit soort situaties altijd anders. Ik krijg het dan zelf toch ook -een beetje- benauwd.