Mevrouw Pieterse wordt opgenomen op de Intensive Care, ze is via de Spoedeisende Hulp binnengebracht in verband met een hartstilstand. Ze is thuis 20 minuten gereanimeerd door de ambulance verpleegkundige, inmiddels is haar hart weer op gang alleen is ze niet meer wakker geworden. Zodoende is ze geïntubeerd zodat een apparaat haar ademhaling kan overnemen.

Er wordt uitgebreid onderzoek verricht, het is immers belangrijk om te achterhalen wat de reden is dat haar hart tot stilstand is gekomen. Uit het hartfilmpje blijkt dat ze een hartaanval heeft gehad, twee van haar kransslagaderen zijn verstopt geraakt waardoor een gedeelte van haar hart is afgestorven. Om dit op te lossen is hulp nodig van een interventie-cardioloog. Ondertussen wordt er bloed afgenomen, een maagsonde en catheter geplaatst, een extra infuus geplaatst en wordt de familie op de hoogte gebracht van de ernstige situatie. Uit de bloedafname blijkt ook dat ze een extreem lage zuurtegraad (pH) heeft, dit is nooit een goed teken omdat dit betekent dat er een enorme hoeveelheid aan weefsel moet zijn afgestorven. Dit is niet alleen weefsel van het hart, maar ook de rest van het lichaam (dit doordat het hart verantwoordelijk is voor het in leven houden van de rest van het lichaam). Als het hart het niet doet, dan de rest ook niet. Een paar uur later blijkt dat -inderdaad en helaas- ook haar nieren en haar lever flink schade hebben opgelopen. Gezien ze niet wakker meer is geworden is de logische aanname ook dat haar brein er niet schadevrij vanaf is gekomen.

In dit hele proces hebben minimaal drie collega’s de gehele tijd aan haar bed gestaan om alle zorg tijdig en adequaat te kunnen uitvoeren. Iedereen voelt de bui al hangen, als het lichaam zo een enorme klap heeft moeten vangen is de kans niet groot -of misschien zelfs afwezig- dat dit verhaal een goed eind gaat krijgen.

Haar gehele familie is inmiddels geïnformeerd over de ernst van de situatie en ook onze verwachtingen. Er wordt uitgelegd wat er allemaal gebeurd is en ook wat de gevolgen zijn geweest van de reanimatie. Haar zoon reageert verbaasd: “Maar er zijn toch ook mensen die reanimaties overleven?” We pogen het bericht te versterken: “Dat is zeker waar, alleen zijn er weinig mensen met zoveel schade na een reanimatie die het overleven..” Onbewogen zegt haar zoon: “Dat valt toch mee, op medische TV series zie je ook dat mensen heel lang gereanimeerd worden.”

Dat is zeker waar. Wij zouden ook graag willen dat het ‘live’ zo zou werken.