Het is 02.30uur. Midden in de nacht wordt de ICU opgeroepen om met spoed naar de neurologie afdeling te gaan. Henk (56 jaar) is snurkend aangetroffen in bed en is niet meer wekbaar (lees: kan met geen mogelijkheid wakker worden gemaakt).
Bij binnenkomst voeren wij routinematig onze analyse uit (beter bekend als de ABC-methodiek).
A(irway): De patiënt heeft een aanwezige ademprikkel, wat betekent dat hij in ieder geval niet (meteen) gereanimeerd hoeft te worden. Wel is een duidelijk snurkende ademhaling aanwezig wat kan betekenen dat het niet langer meer zal duren vóór hij stopt met ademhalen. Reeds zit er een guedel in de mond, om het snurken te verminderen / voorkomen. De afdelingsverpleegkundige heeft goed gehandeld.
B(reathing): Hij oogt blauw, beter bekend als cyanose. Zijn saturatie is moeizaam te meten, waardoor het niet mogelijk is om te varen op objectieve meetwaarden. Het lijkt erop dat hij een gebrek aan zuurstof heeft in zijn bloed. Reeds krijgt hij een forse hoeveelheid zuurstof toegediend via een non-rebreathing masker (zuurstofmasker). Ook gebruikt hij zijn hulpademhalingsspieren, wat suggereert dat zijn lichaam het moeilijk vind om ‘voldoende’ te ademen. Ik besluit het zekere voor het onzekere te nemen en voer een bronchiaal toilet uit (lees: ik breng een slang in via de neus, richting de longen om slijm, speeksel en anders te verwijderen). Dit blijkt effectief, binnen minuten wordt hij minder blauw.
C(irculation): Hij heeft een zeer hoge bloeddruk, en een lage hartfrequentie. De combinatie van deze twee hemodynamische parameters (lees: hartgerelateerde cijfers) suggeren vaak dat er een probleem is in de hersenen, namelijk een hersenbloeding.
D(isability): Hij reageert niet op aanspreken. Ook reageert hij niet als we hem pijn doen. Dat is erg verontrustend gezien men normaliter woedend zou moeten worden indien iemand ze pijn doet. De pupilreflex is moeizaam te beoordelen, dit suggereert dat er druk heerst in het hoofd (dit alles suggereert weer dat er een hersenbloeding gaande is).
E(nvironment): Hij heeft geen koorts. Hiernaast is er geen sprake van botfracturen, wonden of anders.
Henk moet zo snel mogelijk een CT-scan krijgen (van het hoofd), dit om uit te sluiten dat er geen hersenbloeding is. Als dat er wel is moet er per direct een neurochirurg gebeld worden om het probleem te komen oplossen. Gedurende de hele rit naar de CT-scan reageert Henk nergens op. Met spanning wordt de uitslag van de CT-scan afgewacht.
De CT-scan uitslag is bekend: Henk heeft een massale hersenbloeding. De neurochirurg wordt gecontacteerd, echter blijkt het onmogelijk om een hersenbloeding van dit formaat te genezen. Er is dusdanig veel bloed in het brein dat het gezonde hersenweefsel volledig in verdrukking wordt gebracht, wat uiteindelijk zal leiden tot ook het uitsterven van het gezond weefsel. De familie van Henk wordt opgebeld om met spoed naar het ziekenhuis te komen.
Henk heeft een hersenbloeding gehad, midden in de nacht. We hoopten dat we er nog wat aan konden doen, alleen moeten we accepteren dat we hier geen schijn van kans maken. Henk, 56 jaar, zal overlijden aan zijn spontane hersenbloeding.