“Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast….”
Uren van stabiliseren gaan voorbij, eindelijk schud ik de hand van Tom zijn ouders. Hun blikken angstig maar hoopvol op mij gericht. Volledig geïnformeerd door de behandelend arts betreed het koppel voorzichtig de kamer van hun zoon. Het belang van de kritieke eerste 24 uur is uitgebreid besproken. Moeder pakt Tom zijn hand, bij de aanblik van zijn gehavende gezicht, de vele apparatuur en het mechanische geluid van de beademingsmachine laat ze haar tranen de vrije loop. Enige afstand nemend respecteer ik haar moment samen.
Minuten verstrijken wanneer haar blik afdwaalt naar de klok aan de wand en met betraande ogen zegt: “Merkwaardig, de klok tikt door…. maar ons leven staat stil.” Frequent wordt deze constatering geuit door naasten wanneer zij noodgedwongen geconfronteerd worden met de Intensive Care. Met de factor tijd in ons leven gaat veel gemoeid.

“Opzij, opzij, opzij, want wij zijn haast te laat.” *
Vanzelfsprekend -of we willen of niet- verlopen onze dagelijkse bezigheden en afspraken volgens drukke tijdschema’s. Mensen die beweren zonder schema’s te kunnen, ontkomen niet aan enige vorm van tijdsaanduiding of -beïnvloeding in hun dagelijks bestaan.
“We hebben maar een paar minuten tijd, we moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan.” *
Veelal ongemerkt vormt tijd een rode draad en beseffen we gedurende heftige momenten pas -echt- de waarde van het hebben van tijd. In de vorige eeuw concludeerde Einstein dat ‘de tijd’ alleen maar bestaat omdat anders alles tegelijk zou gebeuren. Opmerkelijk want heden ten dagen dienen we meer te doen in minder tijd, met als gevolg we zaken proberen tegelijk te laten verlopen.
We kunnen nu niet blijven, we kunnen nu niet langer blijven staan.” *
Vele ervaren druk door het groeiende aantal taken en afleidingen. Zondag rustdag, echter vandaag de dag is sporten, een bezoek aan de supermarkt of het checken van werkmail meer regelmaat dan uitzondering. Wanneer ieders drukke leven doorgaat met alledaagse dingen, staat elders dat zelfde bestaan plotseling stil.

De moeder van Tom zit waakzaam aan zijn bed gekluisterd, uren verstrijken ver de nacht in. Ik bied haar een slaapplaats aan op de afdeling, ze kan én wil niet slapen, uit angst haar nachtmerrie werkelijkheid zal worden.
“En waar het uurwijzer minuut na minuut volgens een vast stramien zijn ronde doet, zo tikt eveneens ieders inwendige klok. Eén waar allerlei lichamelijke functies/processen met  bepaalde periodiciteit plaatsvinden.” * 
A
ls deze  ‘biologische klok’ vanuit aanleg ons allen word meegegeven, is het aannemelijk dat rust en regelmaat fundamentele factoren vertegenwoordigen. In onze groeiende
24–uurseconomie staan we meer ‘aan’ dan ‘uit’ en de primaire noodzaak van rust en regelmaat vervaagd of lijkt zelfs te worden vergeten. Noodgedwongen zijn de ouders van Tom ‘on-hold gezet’ en leven zij voorzichtig van minuut tot minuut.

De kritieke 24 uur van hun zoon gaan voorbij… hij overleefd.
Die fractie van een seconde is op het uurwerk nauwelijks zichtbaar, toch kent dit luttele moment voor Tom levenslang ingrijpende gevolgen.
“Een andere keer misschien, dan blijf ik wel staan. Nou dag tot ziens, adieu, het ga je goed.” *Herman v Veen: Opzij