Eind september, gezien de hoge temperaturen is het zomer gevoel bij iedereen nog zichtbaar. De vakantie ligt alweer even achter ons, maar met deze luchten hoor je daar niemand over klagen. Slippers en zomerkleding doen nog dagelijks dienst en barbecues geuren tot laat in de avond. Overal zon gebruinde opgewekte mensen die zich blijer voelen dan ooit.

Het lijkt erop dat we gelukkiger zijn in de zomer. Biologisch valt dit ogenschijnlijk eenvoudig te verklaren, want door de warmte verwijden onze bloedvaten zich, wat een ontspannen gevoel geeft. Onder invloed van zonlicht maakt ons lichaam endorfines aan en deze stofjes werken pijnstillend, zorgen voor energie, ontspanning en geluksgevoelens. Volop genietend van deze nazomer noteer ik mijn aanvragen wat te werken met de feestdagen. Inmiddels heeft overleg met familie plaatsgevonden, voor hen blijft een drie maanden planning enigszins merkwaardig. Vooruit kijken hoort bij ons vak, zowel tijdens zorg momenten als daarbuiten. Maanden vooruit denken, overwegen en beslissen. Enerzijds leven we bij de dag en anderzijds plannen we ons privé leven noodgedwongen ver de toekomst in. En terwijl de koude maanden zijn aangebroken, de kerstboom pronkt, etalages mooi verlicht zijn en de te bereiden recepten als kerstmaal zijn bedacht, verlangen we soms naar zwoele zomeravonden. Ieder seizoen kent zo zijn charme, zo ook de winter met zijn knusse feestdagen.

Kerst, het feest van samenzijn. Op televisie worden geliefden en families herenigt. Reclames benadrukken sfeervolle huiselijke gezelligheid en alles om je heen ademt Kerst tafelwarmte, saamhorigheid, liefde en vriendschap. Zo komen we allen in de wel bekende kerst stemming, maar na jaren zorg ervaring lijkt er toch duidelijk iets mis met kerst. Op eerste kerstdag rij ik te vroeg als me lief is richting het werk. Ieder ander nog duidelijk in diepe rust verkerend. Eenmaal op het werk wacht een gezamenlijk ontbijt, maar zoals vaker lukt het ook nu niet elkaar aan tafel te treffen. Meerdere spoedopnames volgen elkaar op, enig patroon hierin valt op te merken. De gemiddelde leeftijd is jong en meerdere patiënten kennen dezelfde opname reden. Rond de feestdagen zien we dit fenomeen toenemen, verscheidene instellingen, verpleegafdelingen en intensive care units krijgen er mee te maken.

Net als het ontbijt schiet ook koffiedrinken met kerstkransjes er bij in, we zijn druk doende een jonge vrouw te stabiliseren. Haar fracturen (ofwel botbreuken) zijn niet op twee handen te tellen en haar brein is aangedaan door de enorme klap. Vele processen in haar lichaam zijn door het trauma verstoord en ieder betrokken specialisme behoudt zich tot “damage control”. De eerste operatie is ten einde. We sluiten de vrouw met vele invasieve lijnen aan op onze IC apparatuur en ontvangen de overdracht van de anesthesie. Zodra alles geïnstalleerd en in kaart is meld ik mij af bij een collega en loop richting de familiekamer. De situatie van de vrouw is zorgelijk, van groot belang is dat familie snel betrokken wordt, het is maar de vraag of de vrouw dit trauma zal overleven.

Bij aankomst in de familiekamer blijkt deze echter leeg. Ik speur met gepaste spoed nauwkeurig de gang af, enige haast is tenslotte geboden. Ongemakkelijk en zonder familie loop ik terug naar de afdeling en meld mij weer present. Terwijl ik in het dossier van Mw. Lans zoek naar contactpersonen, klinkt een dringend rood alarm, collega’s schieten direct te hulp.