Lotte is een jonge vrouw welke na een verkeersongeval op de Intensive Care (IC) is opgenomen. Door de impact op haar hoofd heeft zij hier letsel aan opgelopen, ook wel neurotrauma genoemd.

Bij binnenkomst blijkt de zwelling in haar hoofd dermate hoog dat er direct ruimte moet worden gecreëerd. In zo’n geval neemt de neurochirurg een stukje schedel uit, zodat het hersenweefsel ruimte krijgt bij het opzwellen. Lotte krijgt daar niets van mee, daar zij door medicatie in een diepe slaap wordt gehouden. Dagelijks praten we met de ouders van Lotte en spreken we openlijk onze zorg omtrent haar situatie uit. Haar ouders verkeren plots in een emotionele rollercoaster.

Ruim een week zetten we ons allen in om met name deze zwelling te doen afnemen. We bewaken haar nauwlettend en verlenen met recht intensieve zorg. Ondanks alle inzet verslechterd de situatie van Lotte en na vele vervolg onderzoeken wordt Lotte hersendood verklaard. Ik zie een jonge vrouw liggen aan alle mogelijke hulpmiddelen die wij beschikken, haar lichaam jong en onaangetast, maar haar brein niet meer functionerend. Als moeder gaan mijn gedachten direct uit naar de ouders van Lotte.

Voorafgaand spreken de arts en ik het moeilijke gesprek even kort door. Lotte haar ouders zijn dagelijks volledig geïnformeerd, hun enigszins voorbereidend op misschien wel het ergste. Maar kun je ouders wel voorbereiden op het overlijden van hun kind, is de vraag die ik mezelf stel. Ondanks het moeilijke bericht geven de ouders van Lotte aan dat ze graag willen dat zij op zal gaan voor donatieprocedure. De komende dagen staan in het teken van deze donatie. Een transplantatiecoördinator van buiten onze IC zal dit proces volledig leiden. Een lange en nauwkeurige procedure gaat van start. Naast  het optimaal houden van alle lichaamsfuncties volgen er vele gesprekken met familie. Op voorhand worden elders de ontvangende donoren geselecteerd en benadert, er breekt voor hen een lange onzekere periode aan. Na 36 uur is het zover, het transplantatieteam staat klaar en de werkelijke uitname van organen zal gaan plaatsvinden. Lotte is nu nog verbonden aan alle ondersteunende apparatuur. Straks zal ik haar naar de operatiekamer begeleiden. Ik haal haar ouders uit de familiekamer, op dat moment ons allen bewust dat dit het afscheid van Lotte betekend. Onderwijl geven haar ouders aan dat zij intens dankbaar zijn voor alle goede zorgen, begeleiding, steun en de mogelijkheid tot donatie. Ze vertellen hoe heftig dit voor hun is maar zij bovenal vasthouden aan de gedachte dat hun Lotte elders zal voortleven en haar organen vele zieke zal helpen op een beter leven. Ik spreek mijn bewondering hardop uit en verlaat daarna de kamer, deze woorden en de situatie nog op mij inwerkend.

Ons primaire doel haar beter te maken is niet gelukt, natuurlijk heeft ook dit impact op ons. Maar als dit je enige doel is, mensen beter maken, dan raak je als zorgverlener uiteindelijk gefrustreerd, want de realiteit is soms keihard. Juist door je zorgdoelen breder te kunnen zien geeft juist dit mij de voldoening die noodzakelijk is om dit prachtige vak uit te kunnen oefenen.

Na zes weken ontvangen we schriftelijk bericht van de transplantatie coördinator. Lotte haar organen zijn succesvol getransplanteerd bij vijf patiënten welke al jaren op de wachtlijst stonden. Ik sta stil bij dit mooie moment en ondanks een triest overlijden is er nieuw leven door gegeven. Het stemt mij gelukkig dat ik daar een klein stukje aan heb kunnen bijdragen.